LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      OSHO: WIE IS VAN LICHT ? 

  TIJD IS DENKEN  

Als een mens een ervaring van verrukking doormaakt, van lust, schoonheid of van macht doet hij iets vreemds.

Hij blijft er aan hangen.

Hij vergeet niet.

De ervaring wordt geregistreerd in zijn hersenen als herinneringen ontstaan, die telkens weer naar deze ervaring teruggaat en... hunkert naar herhaling.

De blauwe hemel van puur bewustzijn raakt zo verduisterd door deze wolk van muskieten, deze gedachtestromen, fantasieën die de eens doorgemaakte ervaring niet doen eindigen.

Men kleeft eraan vast, fixeert zichzelf zo in de tijdstroom die in feite deze gedachtestroom is.

De sensatie van tijd is denken.

Zo beëindigen wij evenmin een ervaring van angst.

We registreren het, benoemen het en opnieuw komt een brede gedachtestroom tot stand die zich bezighoudt met de vraag: 'hoe vermijd ik dit, hoe wend ik dit af, wanneer zal dit weer kunnen gebeuren?'

We eindigen nooit.

Zo verliest een mens voeling met het leven dat ieder ogenblik verandert.

Dat leven heeft met 'registratie in de hersenen' helemaal niets te maken.

Het bruist verder als een rivier die altijd weer nieuw is, ieder moment.

Een mens die niet beëindigt, staat als een onbeweeglijke rots in de rivier, in tegenstelling tot het spreekwoord: 'levende vissen zwemmen met de stroom mee'.

We zijn gevangen in een beweging die steeds weer continuïteit tracht te garanderen.

Steeds weer wordt permanentie verlangd.

Terwijl er niets permanents is.

Alles verandert voortdurend.

Als het beëindigen van elk moment, tijdens het leven, een realiteit wordt, kan de mens zo ver komen dat hij ook bij het lichamelijke sterven moeiteloos het lichaam verlaat.

Hij heeft immers niets verzameld.

Zo was het toen Socrates stierf. Iedereen huilde.

Hij zei: 'kijk toch, er gebeurt hier iets dat bijzonder interessant is.

Ik voel dit niet meer en dat niet meer, maar ik ben er nog steeds.

Wat er ook allemaal 'afvalt', mijn bewustzijn is er.'

Hij maakte er een feest van!

Een feest van nu, nu, nu: dit moment.

Het was een geweldige les voor zijn discipelen.

Laten we dit thema van overgave, van hier-en-nu-zijn, opnieuw bezien, aan de hand van een antwoord van Bhagwan(Osho) op de vraag: 'wat is frisheid?'

Een deel van zijn antwoord volgt hier: 'het komt nergens vandaan.

Het is altijd aanwezig.

De existentie is de frisheid zelve.

De existentie is fris, omdat zij altijd 'nu' en 'hier' is.

Zij is niet beladen door het verleden.

Zij verzamelt geen stof, is nooit oud.

Tijd heeft geen invloed op de existentie.

Tijd bestaat alleen voor de psyche; het is een uitvinding van de geest.

In feite zijn tijd en psyche synoniem.

Stop de geest en de tijd stopt eveneens.

Een Soefiverhaal vertelt hoe Jezus door iemand werd gevraagd: 'wat zal meest unieke zijn in uw koninkrijk van God?'

En Jezus antwoordt: 'er zal niet langer tijd zijn.'

Een zeer onverwacht antwoordt.

'Er zal geen tijd meer zijn.'

Dat zal het meest unieke zijn van het koninkrijk Gods.

Want er zal geen mind (psyche) zijn. Hoe kan er dan tijd bestaan?

Tijd bestaat niet, zoals gewoonlijk wordt aangenomen, uit de drie grootheden: verleden - heden - toekomst.

Tijd bestaat slechts uit verleden en toekomst.

Het heden is geen deel van tijd; het overstijgt tijd.

En het heden is altijd fris.

Het nu is een deel van de eeuwigheid.

Het heden is de penetratie van het eeuwige binnen de droomwereld van de tijd.

Een lichtstraal in de duisternis van de geest.

Verleden kan nooit fris zijn, vanzelfsprekend.

Het is altijd vuil.

Het stinkt altijd naar de dood.

Het stinkt naar alles wat verrot is, naar traditie, naar lijken.

Het verleden is een kerkhof.

En toekomst is niets anders dan projectie van het dode verleden.

En uit een dood verleden kan geen levende toekomst komen.'

En later dit antwoord: het heden is fris.

Jij vraagt me: 'waar komt frisheid vandaan?'

Frisheid komt nooit en gaat nooit.

Het is altijd. Hier. Het is altijd. Nu.

Als jij hier en nu bent, ben je plotseling fris: badend in eeuwigheid, besproeid door iets dat tijdloos is.

Noem het God. Noem het het rijk van God.

Noem het Nirwana, wat je maar wilt.

Al deze namen wijzen naar hetzelfde onbenoembare.

Al die woorden trachten het onuitsprekelijke uit te drukken.

Je hoeft alleen maar die menselijke geest opzij te zetten.

Daarmee bedoel ik: leg het verleden naast je neer.

Je wordt overspoeld.

De vogels zingen en hun liederen zijn fris.

Zij herhalen nooit hun oude liedje.

Ze hebben geen idee van een gisteren, zingen zeker niet voor de toekomst, zijn niet voor een 'morgen' aan het repeteren!

En de bomen zijn fris. Alles is fris, behalve de mens.

Vraag dus niet waar de frisheid vandaan komt.

Want deze doodsheid komt en gaat wel.

Frisheid is er altijd.

Het is de kern van het bestaan.