LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      KRISHNAMURTI: EEN DRUPPEL ZEN IN IEDERS BEKER 

  TE LAAT KOMEN OP HET FEEST  

De Amerikaan Ram Dass, een academische drop-out die goeroe werd, vertelt over een telkens terugkerend probleem als hij probeerde pizza te eten.

Net als hij een hap wilde nemen, hoorde hij een innerlijke stem zeggen: 'pizza aan het eten'.

Het onder woorden brengen van activiteit deed afbreuk aan het pure genot van het bijten in uien, champignons en kaas.

Het leek wel alsof hij meer aandacht besteedde aan de benaming of echo van de ervaring dan de ervaring zelf.

Dit lijkt mij een goed voorbeeld van wat Krishnamurti wil zeggen.

Het gekende, de categorie, komt voor ons op de eerste plaats en we komen altijd net te laat voor het feest.

Het grote feest is natuurlijk het moment dat we ons niet herinneren, het leven hier en nu, zonder de wirwar van zogenaamde mentale beelden en categorieën.

Om een andere metafoor te gebruiken: het is alsof we in een ruimte zijn waarvan de wanden uit spiegels bestaan, en we wachten tot onze spiegelbeelden de leiding zullen nemen.

We maken geen nieuwe beweging, omdat we het beeld volgen van wat we al hebben gedaan.

We zijn niet zozeer geneigd tot actie als tot reactie.

Een van de eerste dingen die door lezers van Krishnamurti worden opgemerkt is, dat schijnbaar onschuldige woorden als gedachte, geest, zelfervaring, een negatieve betekenis voor hem hebben.

De geest bijvoorbeeld is de werkelijke oorzaak van onze problemen en hij spot zelfs met het begrip vrijheid van denken.

Wat het denken ontbreekt is directheid, het is nooit nieuw en uitsluitend de respons van herinnering, ervaring, kennis.

Dit klinkt op zijn zachts gezegd als een aanval op een van de meest gewaardeerde eigenschappen van de mens: zijn vermogen om te denken.

Weinigen zullen toegeven dat iets 'begrepen' is, tenzij het vertaald is in woorden en in een kader van reflectief denken.

Maar dit is waarschijnlijk een belangrijke reden voor Krisnamurti's klacht dat het denken ons in feite kreupel maakt.

Denken is altijd classificeren en meten.

Gebaseerd als het is op opgeslagen herinneringen, creëert het denken een patroon of een netwerk waarin het slechts een beperkte mate van vrijheid kent.

Volgens deze definitie kan het denken nooit datgene vinden 'wat... buiten zijn grenzen ligt'.

Hoe slagen we er dan in te ontsnappen uit de zelfgeschapen gevangenis van het denken?

Dat is volgens Krishnamurti de 'onmogelijke vraag': kan de geest zichzelf leegmaken van wat hij weet?

Hij schijnt nooit een rechtstreeks antwoord te geven op deze vraag, maar zegt dat het antwoord zal komen als de vraag in alle ernst en met hartstocht gesteld wordt.

Het is zeker niet iets wat door het denken zelf of het ego zou kunnen worden bewerkstelligd.

Het zelf is op zich een aspect van het denken: 'ik' is zelf een gedachte.

Het ik of het denkbeeldige centrum van het bewustzijn staat per definitie apart; het meet en brengt verdeeldheid.

De geest rijgt zijn fragmentarische ervaringen door middel van de tijd aaneen tot een denkbeeldige continuïteit.

Vandaar dat het zelf tegenover de wereld staat en dat het waarneemt oog steeds zijn schaduw werpt op wat het waarneemt en alles ziet in het licht van een beeld dat gebaseerd is op een reeks ervaringen.

Daarom, zegt Krishnamurti, is de gedachte altijd oud en het zelf oninteressant.

Daaruit volgt dat 'ervaring', de heilige koe van velen die over religie schrijven, een woord is dat tot het vocabulaire behoort van diegenen die in een door beelden beheerste bewustzijnstoestand leven.

Voor Krishnamurti is ervaring een synoniem voor onoplettendheid.

Opzettelijk zoeken naar ervaring houdt de mens in een toestand van irrealiteit en onrijpheid.

En toch, ondanks dat alles kent de geest - ongeacht zijn huidige staat van empirische en epistemologische zonde - paradoxaal genoeg alle antwoorden.

Het is niet nodig daarvoor boeken te lezen, zegt K. 'Beschouw uw eigen geest, daar zit alles in'.

Dit doet denken aan de uitspraak van Berdyaev dat 'de mens geen fragmentarisch deeltje van de wereld is, maar dat in hem het hele raadsel van het universum besloten ligt, en de oplossing daarvan'.

Ook dient te worden gezegd dat men niet volledig in de vergetelheid kan leven zonder dat wat K. noemt 'technologische herinneringen' - naam, adres, telefoonnummer enz.

Leven in het permanente nu wil niet zeggen dat men een stenen boeddha is, die in een soort catatonische trance verkeert; het houdt in dat men op tijd is voor het feest.