LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      KRISHNAMURTI: EEN DRUPPEL ZEN IN IEDERS BEKER 

  HET MENU EN DE MAALTIJD  

Een leven dat zich geheel in het 'nu' afspeelt, het gevoel dat er in het leven niets te bereiken valt wat er niet al is, kan gezien worden als het uiteenvallen van het leven in fragmentarische tijd-stippen, een opeenvolging van zinloze tegenwoordige momenten.

Dit is een indruk die gemakkelijk ontstaat bij het lezen van K.'s werk.

Als we dit aanvullen met wat Watts schrijft, kunnen we zien dat deze reactie op een misvatting berust.

Als we het denken uitschakelen, verdwijnen de abstracties van het verleden en de toekomst als droombeelden.

Als we alleen naar de toekomst kijken en zien, zonder voor onszelf te gaan symboliseren, realiseren we ons dat we leven in dit tegenwoordige moment.

Dit besef hoeft dat wat we de zin van het leven zouden kunnen noemen echter niet te vernietigen.

In dit moment 'nu' zijn we ons bewust van wat de boeddhisten 'hoedanigheid' noemen.

Er is dit gebeuren, nu.

Zoals de zendende Dogen zei: het brandhout wordt geen as; de lente wordt geen zomer.

Er is brandhout en er is as.

Toch kunnen we in de winter sporen van de lente zien; in de lente kunnen we de sporen van de zomer zien.

We zien een boom en leiden daaruit af dat er een zaadkorrel was; we zien sporen op het zand en leiden daaruit af dat er een vogel was.

Het verleden en de toekomst zijn vervat in het heden.

Hoewel alleen dit tegenwoordige moment er is, omvat het een wereld van betekenis.

Er is geen tegenstrijdigheid tussen het leven in het nu en het omgaan met het verleden en de toekomst.

Onze herinneringen en verwachtingen bevinden zich altijd in het nu. Desondanks kunnen we ons verheugen in de continuïteit van een verleden dat we ons herinneren en een toekomst waarvoor we plannen kunnen maken.

Als we eenmaal de illusie van het verleden en de toekomst hebben ingezien kunnen we in het heden leven en in de illusie opgaan.

Hieraan moet iets worden toegevoegd omtrent een ander mogelijk misverstand met betrekking tot K.'s leer.

Hij spoort ons aan, ons te bevrijden van ons denken.

Als we Mao Tse Tunngs Rode Boekje lezen, waarin hij zegt dat 'het van essentieel belang is om denkrimpels te hebben', lijkt mij K.'s aanbod beslist aantrekkelijk.

Een leven zonder denken schijnt echter de mogelijkheid uit te sluiten van oprechte spontaniteit in het denken over het denken.

Nogmaals, dat zou een misvatting zijn.

Zoals we zagen in het eerste hoofdstuk, kunnen we door het denken het feest mislopen.

We rationaliseren het moment en eten het menu in plaats van de maaltijd.

Toch moet gezegd worden dat woorden hun eigen werkelijkheid hebben, evengoed als bloemen en wolken.

Niets in de wereld is onnatuurlijk.

Gedachten over het denken zijn op hun manier reëel.

Ze leiden ons weliswaar af van de ervaring in het nu, maar dat hoeft niet ervaren als zo te zijn.

Als we een woord of gedachte niet ervaren als een obstakel, dan is er geen reden waarom we niet spontaan in het nu zouden leven als we denken over het denken.

De intellectueel is niet automatisch gedoemd te verhongeren, doordat hij te laat komt op het feest.

Een andere reden waarom ik dit hier aanstip is, dat het een kader vormt voor het volgende hoofdstuk, dat zich met name bezighoudt met christelijke geloofsvormen.

In het traditionele denken wordt God gezien als zo 'anders' dan wij, dat praten over vereenzelviging met Zijn werkelijkheid klinkt als een extreme vorm van megalomanie (=grootheidswaanzin).

Het klinkt minder absurd als we zeggen dat we volledig in het nu leven, maar ik geloof toch dat dit grotendeels op hetzelfde neerkomt.

Als iemand leeft overeenkomstig de christelijke beginselen, is dit Gods wereld, en door volledig bewust en ontvankelijk in het nu te leven, verwezenlijken en verheerlijken we deze werkelijkheid.

Daaruit volgt niet dat men zijn of haar christelijke identiteit zou moeten verloochenen, maar het impliceert wel dat men de traditionele dogma's niet in praktijk brengt uit een soort plichtsbesef.

Dogma's en credo's kunnen ons doen overschakelen op automatismen en afleiden van het besef van het hier en nu, zoals iedere gedachte.

Het valt niet te ontkennen dat het christendom, evenals het jodendom, bij uitstek een religie van de tijd is.

Als we echter het traditionele en illusoire karakter van de tijd gaan doorzien, kan het christendom op een heel onvermoede manier tot leven komen.

Het kan ons daarbij ook openbaren dat we, door in de tijd te geloven, juist geen tijd hebben.

Wij in het Westen leven in hoge mate in de ban van een bewustzijnstoestand die bijna volledig bestaat uit een massief causaal verleden en een alles absorberende toekomst.

Ons besef van het nu is oneindig beperkt, het is bedolven onder herinnering en verwachting.

Het christendom schijnt in dit patroon te passen.

Het hoopt voortdurend op een toekomst op grond van een gebeurtenis in de oudheid.

In het volgende hoofdstuk zal de mogelijkheid worden bezien, het christelijk gebeuren radicaal te interpreteren, zodat het niet in de oudheid wordt geprojecteerd door een blik achterom, maar de verwezenlijking is van een oneindige diepte in het heden.

De vleeswording zou dan betekenen dat de waarheid diep verborgen in het centrum ligt van onze lichamelijke existentie nu.

Dit stond Heinrich Zimmer wellicht voor de geest bij zijn uitspraken die ik aan het slot van de inleiding citeerde.

De hedendaagse christelijke visie op de vleeswording dient wellicht te worden opgevat in termen die lijnrecht staan tegenover de interpretatie die in de gevestigde geloofsleer te vinden zijn.

Dit zou kunnen leiden tot een volledige omverwerping van de traditionele zienswijze.

God wordt mens - niet een mens, maar in principe ieder mens - door een metamorfose van het bewustzijn, als zielen zichzelf 'leeg maken'.

Het verschil tussen God en de mens moet dan niet worden gezien als een onderscheid tussen radicaal gescheiden goddelijke en menselijke sferen.

Het is het verschil tussen de bevrijde en in duister gehulde bewustzijnssferen.

Jezus ontledigt zichzelf en wordt goddelijk.

Dit hoeft de ereplaats die Hij inneemt in het hart van de christenen niet aan te tasten.

Evenals de avatars in de Indiase traditie kan hij worden vereerd als iemand die vrij geboren werd en die deze vrijheid niet hoefde na te streven.

Wellicht is dit de betekenis van de maagdelijke geboorte voor diegenen die zich op de tweesprong bevinden waar de moderne geest het pad van de oude traditie kruist.