LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      I TJING    

  DE NAAM  

“De naam die genoemd kan worden, is niet de ware naam,” schrijft Lao-Tse, de auteur van de Tao-Te-Tjing, een taoïstisch filosofisch geschrift uit de 6de eeuw vóór onze jaartelling. 

Een titel voor een boek is zoals een naam voor een kind.

Ik heb vele mogelijkheden om uit te kiezen.

Ik zal niet onnodig uitweiden over details van mijn leven; daarvoor ben ik niet belangrijk genoeg en ik wil bovendien niet vervelen.

Natuurlijk kan ik niet anders dan in grote lijnen de context vertellen waarin situaties zich hebben afgespeeld.   

Toen de Lydische koning Croesus het orakel van Delphi raadpleegde omtrent zijn plan om Perzië binnen te vallen, kreeg hij als antwoord dat hij “een groot rijk zou vernietigen”.

Achteraf bleek dat het zijn eigen rijk was dat ten onder ging na deze gewaagde operatie.

Je ziet maar wat een nare gevolgen het fout interpreteren van een orakel met zich mee kunnen brengen.

Het is daarom belangrijk de context te kennen waarbinnen een orakel zich aandient. 

In den beginne was het woord”.

Of de naam, zo u wil.

Ik had een beschermde kindertijd.

Mijn ouders waren relatief moderne katholieken die veel belang hechtten aan het doorgeven van hun geloof én de passende rituelen die bij de katholieke sekte hoorden.

Ik werd misdienaar en voorlezer.

Als twaalfjarige wou ik priester worden, een verlangen dat gelukkig snel, mét de medewerking van enkele leuke vriendinnen, voorbij ging.

Veertien jaar was een mijlpaal in mijn jonge leven; een broer van me sterft door zelfdoding.

Eensklaps leek het of de God waarin ik meende te geloven en waarop ik vertrouwde, uit mijn leven was gevlucht.

Of liever; ik verstootte een Wezen dat zo hardvochtig omging met “zijn kinderen”.

Hij moest maar niet denken dat ik Job was!

Tegelijk startte een lastige puberteit.

Mijn ouders zaliger wisten geen raad met me.

Ik was de jongste zoon van zeven kinderen.

Het verdriet dat ik mijn omgeving aandeed, was een wraak op God.

Zo redeneerde ik als jongeman.

Maar het bracht geen vreugde, geen tevredenheid.

Studies wilden ook niet vlotten.

Vervolgens ben ik, amper 23 jaar oud, in een huwelijk gestapt…en ben ik vroeg, twee jaar later, “gelukkig” gescheiden.

Maar goed, ik vertel u dat opdat u zou begrijpen in wat voor gemoedsgesteldheid ik mij in die periode bevond.

Uiteindelijk kon dus de pluk-de-dag-filosofie mij niet bevredigen. Integendeel.

Hoe minder ik scheen na te denken over het eigen denken, voelen en handelen, hoe ongelukkiger ik mij voelde en hoe heviger het onbehagen mij uitholde tot een zinledig bestaan.

In een regressieve reactie zonk ik nu en dan in herinneringen aan een vrolijke kindertijd tussen kaarsen, wierook en kromgebogen ouwe priesters.

Geheel onverwacht daagde een lichtje.

Opeens besefte ik dat de hele onhoudbare situatie vervlochten was met één vraag: “hoe is Zijn Naam?”

Achteraf gezien moet ik mij gevoeld hebben zoals een Galahad die op zoek is naar de Graal.

In de mythologische Graallegende moet de held Galahad de gewonde Visserskoning vragen “wie ben je?” en “voor wie is de Graal?”

Dat was de hele queeste: wie is die Godheid waar zoveel om te doen is, en die blijkbaar zo drastisch mijn leven heeft bepaald.

Mijn escapades en mijn helse zoektocht bleken altijd weer in verband te staan met dat Onzichtbare Wezen dat Onkenbaar is.

Ik zweer je, het moment dat ik dit inzag: een klop op mijn kop!

Ik hoorde het donderen tot in Keulen, neen, tot in Tokio. 

Er zijn vele namen bedacht om het onnoembare te benoemen: grote geest, boeddhageest, christusgeest, tao, kama, hsin, ...  “Diegene Zonder Naam” manifesteert zich via de pneuma, de chi, de libido, de ki, de energie, de kundalini, de prana, de genade,...  

Gemakshalve noem ik hierna de Naamloze gewoonweg “HET”. 

Tenslotte spreekt de Naamloze in de bijbel –ik ben opgegroeid in een maatschappij waarin de christelijke  tradities een erg belangrijke rol hebben gespeeld, dus waarom niet het christelijke heilige boek als referentie nemen?- slechts eenmaal over zichzelf onder de naam: Ik Ben Die Ben.

Wanneer u het persoonlijke voornaamwoord “ik” vervangt door “hij” of “zij” of “de dingen” of door het onzijdige “het”, dan krijgt u achtereenvolgens:

 

Hij Is Die Is

Zij Is Die Is

De Dingen Zijn Wat Ze Zijn

Het Is Wat Het Is

 

Dit zijn, naar mijn mening, allemaal perfecte definities van het Naamloze Goddelijke.

Ik hou het dus bij HET.

Daarmee ben ik tevreden.

De link naar de I Tjing is ook gemakkelijk gelegd.

De werking van HET noem ik dan “Kracht”.

Deze kracht manifesteert zich op tweeërlei wijze: energetisch of stoffelijk, dus via Geestkracht en/of via Vormkracht.  

De basismaterie (Prima Materia) van het dagdagelijks bestaan is “dat wat er is”, dus HET. 

Zoals HET in ons is, zo zijn wij in HET: dat is het mysterie waar alles om draait.

Ben ik op HET gericht (bewust van HET) of leef ik een leven in onwetendheid (onbewust van HET)?

Niemand dwingt mij, maar eenmaal dat ik het besluit neem om kennis te maken met het mysterieuze HET, dan is er geen weg terug!

Ik heb het vuur van de goden gestolen, ik heb in de appel van “goed en kwaad” (dualiteit) gebeten en ik ben het paradijs ontvlucht (volwassen geworden, weg van regressie en romantiek) met als doel een “nieuwe hemel en een nieuwe aarde” te scheppen, door het “Grote Werk” (Magna Opus) in mezelf te volbrengen.

Ik ben uit het nest gevlogen, het ontgroeid, en ik zwerf maar wat, wetende dat ik op weg ben naar nergens, dus naar thuis, naar HET.