LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      GESCHIEDENIS VAN DE FILOSOFIE  

  STOICISME: MATERIALISTISCH MONISME  

De stoïsche fysica kan ook slechts met enige trefwoorden worden aangeduid.

Zij is in de eerste plaats materialistisch.

Alleen het lichamelijke bestaat, het mag dan van grover of fijner makelij zijn.

In de tweede plaats is zij monistisch.

Zij kent niet twee of meer eerste beginselen, maar slechts een.

Verder leert zij, steunend op de leer van Herakleitos aangaande het oervuur, een strenge, in het heelal zelf gelegen (immanente) wetmatigheid.

Deze van binnen uit werkende (dus niet aan de materie tegengestelde) determinerende kracht noemen zij Logos, Nous, Ziel, Noodzakelijkheid, Voorzienigheid, of ook God (Zeus).

In zoverre als het goddelijke voor hen dus met het levende wereldgeheel samenvalt, kan hun leer in de vierde plaats als pantheïstisch worden betiteld.

Welk een belangrijke rol bij de stoici deze voorstelling van het alles regerende goddelijke vernuft heeft gespeeld, kan men zien uit de beroemde hymne aan Zeus, van de stoïcijn Kleanthes.

Die begint als volgt:

'Gij, allerhoogste der goden, met talloze namen benoemde,

die de natuur met eeuwige wetten beheerst, haar bestierder,

Wees mij gegroet, o Zeus.

Want de sterflijke moeten, o Vader,

U toebehoren, U noemen, daar wij toch van goddelijk geslacht zijn,

Weerklank van Uw stem, al wat ook maar leeft hier op aarde.

Dies wil ik U, Zeus, loven en eeuwig Uw almacht bezingen,

U, naar wie in het wijde heelal de aard' en de reien

Van alle werelden lijdzaam zich voegen, waarheen G'hen moogt voeren.

Gij omklemt in Uw onoverwin'lijke hand toch Uw bode,

d'eeuwige levende, vlammende, dubbelpuntige bliksem:

Heel de wereld siddert, verpletterd onder zijn slagen.

Zo bestuurt Gij de geest der natuur, die aan 't groot en aan 't kleine

ingeplant, zich in alle wezens en dingen belichaamt,

Hoogste koning van het heelal, buiten wie noch op aarde,

noch in de zee iets geschiedt, noch ook in d'etherische hemel,

b'halve wat zondig geslacht, van zinnen beroofd, durft bedenken.

Doch ook het wilde weet Gij tot voegzame orde te roepen,

vorm schept G'uit vormeloos wezen, 't onheuse bejegent Gij vriend'lijk:

zo voegt Gij alles tot een harmonie, het kwade ten goede,

dat in de wijde natuur een eeuwig heersende wet zij,

een, waaraan enkel de boosdoener tijdelijk zich wil onttrekken...'