LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      FILOSOFIE: LEER DER GROTE DENKERS 

  BERGSON: INSTINKT EN VERSTAND  

Op deze specifiek ruimtelijke en abstractatijdelijke beschouwingswijze is de exacte wetenschap in haar geheel gebouwd: haar logica is gebaseerd op de ordening van de vaste lichamen in de ruimte.

Doch evenals er een tegenstelling was tussen ruimte en duur, zo is er ook, in overeenstemming daarmee, een tegenstelling tussen het leven als een continuerende beweging , in wezen vrij en scheppend, en de wereld van de vaste voorwerpen, staande elk op zichzelf , met elkaar samenhangend door het verband van vaste wetten.

Terwijl deze verruimtelijke wereld  adequaat kan begrepen worden door het verstand, kan op de scheppende levensbeweging alleen de intuïtie volledig vat verkrijgen, de intuïtie, die in de grond slechts een vorm is van deze andere geestelijk functie: het instinkt.

Zo komen wij van de tegenstelling tussen mathematische duur en tijd, leven en wetenschap, tot de derde fundamentele tegenstelling: die van verstand en instinkt.

Thans moet ook nog worden aangetoond, dat ook het verstand en het instinkt tegenover elkander staan en elkander aanvullen. De Zaak is, dat het verstand en instinkt, die aanvankelijk elkander wederzijds doordrongen, steeds iets van hun gemeenschappelijke oorsprong bewaren. Geen van de twee zal men ooit in zuiveren toestand aantreffen .... Uit de omstandigheid, dat het instinkt steeds min of meer begeleid is door het verstand, heeft men de gevolgtrekking afgeleid, dat het verstand en instinkt dingen zijn van dezelfde orde ... In werkelijkheid  gaan zij alleen daarom samen, omdat zij elkander aanvullen, en van aanvullen kan alleen sprake zijn, daar zij verschillende grootheden zijn; immers war er werkelijk instinctmatig in het instinkt is, is tegengesteld aan hetgeen er werkelijk verstandelijks is in het verstand.

Instinkt en verstand zijn twee volledig gelijkwaardige soorten van psychische activiteit, twee mogelijkheden, waarmee de natuur al haar schepselen heeft uitgedost om hun weg in de wereld te vinden en te maken.

Bij planten en dieren zijn "instink" en "verstand" zo nauw met elkaar verbonden, zozeer doordringen zij elkaar, dat er nooit  een algehele breuk tussen beide is geweest: instinkt en verstand zoeken steeds weer elkanders nabijheid op en overal vinden wij ze dan ook bij elkander, en het is alleen slechts de verhouding, waarin het een en het ander wordt aangetroffen, die verschilt.

Het verstand komt pas volledig tot heerschappij in de mens.

De mens is een verstandsdier, dat zijn éne psychisch vermogen: het instinkt, ten voordele van het andere: het verstand, verwaarloosd heeft.

Maar de mens is dan ook bij uitstek het wezen dat handelen, zich bewegen moet, om een equivalent voor zijn onbeschermdheid en zijn lichamelijke onmacht te scheppen.

Het verstand komt pas volledig tot zijn recht bij de mens en deze zegepraal treedt juist aan het licht door de ontoereikendheid van de natuurlijke hulpmiddelen, waarover hij beschikt, om zich tegen zijn vijanden, en tegen koude en warmte te verdedigen. Wanneer men de zin van deze ontoereikendheid tracht te doorgronden, verkrijgt zij de waarde van een voorhistorisch document: zij is het definitief ontslag, dat het instinkt krijgt van het verstand. Toch blijft het waar, dat de natuur heeft moeten aarzelen tussen twee soorten van psychische activiteit, van welke de ene [instinkt] verzekerd van onmiddellijk succes , maar begrensd in haar uitwerkingen is, en de andere [het verstand] ongewis, maar wier veroveringen, als zij eenmaal tot onafhankelijkheid kwam, zich tot in het onbegrensde konden uitstrekken. Het grootste succes is trouwens ook hier behaald, waar het meest op het spel werd gezet. Instinkt en verstand betekenen dus twee uiteenlopende, even sierlijke oplossingen van één en hetzelfde probleem.