LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      BHAGAVAD GITA    

  TOEWIJDING AAN DE HOOGSTE GEEST 

Er is een vijgenboom

in een oud verhaal,

de reus Aswattha,

de eeuwige,

geworteld in de hemel,

met zijn takken naar de aarde gericht;

elk van zijn bladeren

is een zang van de Veda's

en hij die hem kent,

kent alle Veda's.

Zijn takken buigen neer,

steken omhoog,

gevoed door de guna's.

De knoppen die hij voortbrengt

zijn de objecten van de zintuigen.

Wortels heeft hij ook,

die omlaag reiken

tot in deze wereld,

de wortels van het handelen

van de mens

Wat zijn vorm is, zijn einde en begin,

zijn werkelijke aard,

kan hier nooit gekend worden.

Daarom moet een mens zich wijden aan de beschouwing van Brahman tot dat hij de bijl van zijn ongehechtheid gescherpt heeft.

Met deze bijl moet hij de stevig gewortelde Aswatthaboom omhakken.

Dan moet hij proberen die toestand te verwezenlijken vanwaar geen terugkeer is naar toekomstige geboorten.

Laat hij zijn toevlucht nemen tot dat aloude Wezen van wie eeuwig al deze schijnbare activiteit uitgaat.

Wanneer de mensen hun onwetendheid van zich af hebben geworpen zijn ze vrij van trots en begoocheling.

Zij hebben het kwaad van wereldse gehechtheid overwonnen.

Ze leven in voortdurende eenheid met het Atman.

Alle verlangen heeft hen verlaten.

Zij zijn niet langer onderworpen aan de verschillende zintuiglijke reacties.

Zo bereiken zij die staat welke voorbij alle verandering ligt.

Dit is Mijn oneindige Wezen: zal de zon Het

enig licht schenken - of de maan, of vuur?

Want Het straalt altijd vanuit zichzelf;

en hij die Mij bereikt zal nooit worden wedergeboren.

Een deel van Mijzelf is de God in ieder schepsel,

houdt die eeuwige aard in stand, maar schijnt toch afgescheiden,

terwijl het de geest en vijf zintuigen aantrekt,

het gewaad dat van Prakriti wordt gemaakt.

Wanneer de Heer een lichaam aanneemt of van zich afwerpt

treedt Hij binnen of vertrekt, terwijl Hij de geest en de zintuigen

met zich meeneemt, zoals de wind de geur steelt

uit de bloemen.

Terwijl Hij waakt over oor en oog en

achter tast, smaak en reuk verblijf houdt, is Hij ook

in de geest: Hij geniet en ondergaat de objecten

der zintuigen.

Terwijl Hij zich in het vlees bevindt of daaruit vertrekt, of één met de guna's is, en hun stemmingen en bewegingen kent, is Hij altijd onzichtbaar voor de onwetenden, maar Zijn wijzen zien Hem met het oog der wijsheid.

Yogi's die door het toepassen van geestelijke oefeningen innerlijke rust verworven hebben aanschouwen Hem in hun eigen bewustzijn.

Maar zij die geen innerlijke rust en onderscheidingsvermogen bezitten, zullen Hem niet vinden, hoezeer ze ook hun best daarvoor doen.

Het licht dat in de zon woont

en heel de wereld verlicht,

het licht van de maan,

het licht dat in het vuur is,

weet dat al dat licht het Mijne is.

Mijn energie treedt de aarde binnen

en houdt al wat leeft in stand;

Ik word de maan,

de gever van water en sap,

voedsel voor plant en boom.

Als de levensvlam in alle schepselen

verteer Ik de vele soorten voedsel

en zet die om in de kracht

die het lichaam onderhoudt.

Ik ben in alle harten,

Ik ben de gever en de wegnemer

van kennis en geheugen;

Ik ben al wat de Veda's vertellen,

Ik ben de leraar,

de kenner van de Vedanta.

Er zijn twee soorten persoonlijkheid in deze wereld, de sterfelijke en de onsterfelijke.

De persoonlijkheid van alle schepselen is sterfelijk.

De persoonlijkheid van God wordt beschouwd als onsterfelijk.

Die is eeuwig dezelfde.

Maar één is er nog die van deze twee verschild: het onpersoonlijk Zijn, dat het hoogste Atman wordt genoemd.

Hij is de onveranderlijke Heer die deze drie werelden doordringt en ondersteunt.

En aangezien Ik, het Atman, het sterfelijke en zelfs het onsterfelijke transcendeer, wordt Ik gekend in deze wereld en in de Veda's als de hoogste werkelijkheid.

Hij die vrij is van begoocheling en Mij kent als de hoogste werkelijkheid, kent alles wat gekend kan worden.

Daarom vereert hij Mij met heel zijn hart.

Dit is de meest heilige van alle waarheden die Ik je onderwezen heb.

Hij die deze gerealiseerd heeft wordt werkelijk wijs.

Het doel van zijn leven is vervuld.